Meerdere winters lang heb ik vele dagen doodazend doorgebracht in oa de havens van de randmeren. Havens en vooral havenmondingen naar het grote water hebben toch een bepaalde aantrekkingskracht op de snoekvissers welke graag de dobbers in de diepte zien verdwijnen..
Elk jaar was het op dit soort stekken wel steeds wat moeilijker om zeker de grote snoeken te verleiden om de aasvissen te pakken. De dressuur begon duidelijk zijn tol te eisen. We moesten het dus over een andere boeg gaan gooien….
Periode/diepte/aaskeuze
In het begin van het najaar.. zeg zo begin oktober is de visserij nog relatief makkelijk en brengen aasvissen van circa 15 tot 20cm op 2/3 van de waterdiepte eigenlijk altijd wel genoeg actie. Horsmakreel, voorn en bliek (kolblei) zijn in deze periode mijn favorieten… Tot zeker half december is op deze manier goed snoek te vangen.. bied je aasvis dus op 2/3 van de diepte zo natuurlijk mogelijk aan.. aasvissen van 15 tot 20cm kun je nog uitstekend mooi recht aanbieden met slechts 1 enkele dreg door de rug. Vergeet even niet voor de zekerheid de zwemblaas door te prikken.
Dit dubbeltje van 118 en 119cm vingen we vroeg in het seizoen aan een op de standaard 2/3 van de diepte aangeboden voorn. Dit kun je later in het seizoen wel vergeten…
Als de watertemperatuur echt onderuit gaat en de snoeken het spelletje een beetje door beginnen te krijgen, start dan eens een uurtje vroeger dan normaal en zorg dat je al een poosje zit te vissen als de ochtendschemer zijn intrede doet… Vaak heeft dat vroege uurtje ons prachtige vissen opgebracht die onze dag maakten.. lang niet altijd de echte grote bakken, maar wel altijd lekker veel actie.. En zeg nu eens eerlijk.. wat is nu mooier dan zo’n verlichte dobber te zien weglopen in het donker…?
“je kunt je visdag eigenlijk niet te vroeg starten.. neem het uurtje voor zonsopkomst eens mee”
Wil je in de koudere periode toch eens zo nu en dan met een echte bak op de foto, doe het dan eens net wat anders dan het gros van de vissers.. Bied een horsmakreel, makreel of voorn in deze tijd eens aan zonder lood.. Een makreel of horsmakreel die onder een voorgelode dobber zo wordt aangeboden dat deze minimaal 50cm tot 100cm vrij op de grond ligt… neemt elke snoek te grazen Dus is het op je stek zeg 3 meter diep, zet je stuitje dan op circa 4 meter diep. De voorzichtige snoek krijgt zo goed als geen weerstand bij het oppakken van de aasvis van de bodem. Zie je je dobber weglopen, sla dan wel meteen aan.
“verder in het seizoen werkt de voorgelode dobber vooraan op de foto uitstekend”
Ook je aasvis aanbieden boven de bodem onder de dobber zonder lood te gebruiken werkt uitstekend. Kijk eerst of je aasvis goed zinkt en mooi recht onder je onderlijn hangt. Laat de aasvis in het water zakken en als deze op de ingestelde diepte is, kijk dan hoe je dobber staat. Te hoog in het water (= teveel weerstand bij het ondertrekken) wissel dan naar een kleiner/lichter formaat dobber.
laat dit slag aasvissen nu eens “vrij” onder de dobber hangen…
Het formaat van de aasvis bepaald of je een stinger bij zet in de flank van de aasvis. Ik hou zelf 20cm als grens aan… 25cm of groter wordt dus zeker voorzien van een stinger. Je zult zien dat het formaat snoek zal stijgen. Mijn persoonlijke voorkeur gaat zeker in de koudere maanden naar een makreel of horsmakreel, maar er zijn ook dagen dat de voorkeur van de snoek opeens bij sardines of spiering lag.
Zie ze te vangen!